Of je nou lacht om jezelf of om een grapje van een ander – je bent goed bezig. Want humor is balsem voor de ziel en uitstekend voor je gezondheid. Daarbij word je er helder (en vrolijk) van.
De Thaise abt Ajahn Chah stond erom bekend dat hij lastige dingen eenvoudig kon uitleggen. Mensen uit de hele wereld kwamen naar zijn klooster, vlakbij zijn geboortedorpje. Een lokale dorpeling stelde hem daarom eens de vraag:
“Hoe onderwijst U al uw buitenlandse leerlingen? Spreekt u soms Engels of Japans of Frans?”
“Nee”, zei Ajahn Chah.
“Hoe kunnen zij u dan begrijpen?”
Hierop reageerde Ajahn Chah met een wedervraag: “Heb jij waterbuffels in je tuin, thuis?”
“Ja”, zei de man.
“En heb je ook kippen, honden of koeien?”
“Ja, die heb ik ook”
“Vertel me dan eens… spreek jij dan ook de taal van de waterbuffels of anders die van de honden, koeien en kippen?”
“Nee, natuurlijk niet”
“Hoe speel je het dan klaar, dat ze je begrijpen?” vroeg Ajahn Chah.
Een grappig verhaaltje als dit doet meer dan een lang, saai betoog. Het laat je op een andere manier kijken en schept een band met het onderwerp. Iemands gevoel voor humor zegt trouwens veel over de manier waarop hij in het leven staat. Als je af en toe om jezelf kunt lachen, word je vanzelf milder en voer je spanning af. Samen met anderen lachen haalt de druk ook van de ketel. Het verbetert de sfeer en het saamhorigheidsgevoel.
Dat was ook al bekend in de late Middeleeuwen – door de vele oorlogen en ziektes niet echt de gemakkelijkste tijd om te leven. In de kerk ontstond het fenomeen van de ‘Paaslach’, wat inhield dat de voorganger op Paasochtend een mop vertelde waar iedereen enorm om moest lachen. Het idee erachter was, dat je het kwaad uitlachte, waardoor het zo in de war raakte dat het verdween. En spontaan of niet, dat lachen werd als enorm bevrijdend ervaren! Het doet een beetje denken aan de hedendaagse lachmeditatie, die ook heel gezond schijnt te zijn – lachen heeft zowel psychisch als lichamelijk een positieve uitwerking.
Voel het effect: terwijl je rustig zit, breng je de aandacht naar je voorhoofd, ogen, wangen, mond en kaken. Als je gezicht ontspant, krullen je mondhoeken vanzelf een beetje omhoog, in een lichte glimlach. Dat werkt door in de rest van je lichaam.
Goed geplaatste humor versterkt ook het effect van meditatie-onderricht. Ajahn Chah wist dat als geen ander en maakte daar dan ook gebruik van. Vele leerlingen uit de hele wereld wisten hem te vinden en nu, vijfentwintig jaar na zijn overlijden, zijn er nog honderden kloosters in allerlei landen die in zijn geest lesgeven. Zijn uitleg heeft nog niets aan kracht ingeboet en blijft hangen. Zoals: ‘Op zoek gaan naar innerlijke vrede is net zoiets als het zoeken naar een schildpad met een snor. Die vind je niet. Maar als je hart er klaar voor is, dan komt hij vanzelf naar je toe.’ Een schildpad met een snor?!?
Acceptatie, opmerkzaamheid (mindfulness) en je niet identificeren met problemen, zijn vaardigheden die je door meditatie leert en die helpen om met de hobbels en valkuilen van het leven om te gaan. In humor vind je die elementen terug: zijn met wat er is, in het nu en met wat afstand naar iets kijken. Geen wonder dat het zo’n mooie combinatie vormt. Wist je trouwens dat jonge kinderen gemiddeld wel 300 keer per dag lachen – en volwassenen maar 47? En dat is jammer, want het leven is al serieus genoeg…
In het boeddhisme speelt humor sowieso een belangrijke rol. Het lijkt samen te hangen met een hogere staat van zijn: kunnen lachen om de illusies, de vreemde dingen die mensen soms doen en de verhalen die we onszelf vertellen. Het lichte zien én de duisternis. Denk maar eens aan de positieve levenshouding van de Dalai Lama, die zo’n grote inspiratie is voor velen. Achan Chah zelf legde het belang ervan als volgt uit: ‘Als mensen lachen, openen ze hun mond en kun je daar vervolgens de pil der wijsheid ingooien.’ Een uitspraak naar mijn hart!
Liefs Annemarie