De Dalai Lama zei ooit, dat je minstens eenmaal per jaar ergens heen moest gaan waar je nooit eerder was geweest. En hij kan het weten. Nieuwe dingen ervaren, inspiratie opdoen, mensen ontmoeten. Maar waarom is weggaan toch zo lastig?
We gaan weer op avontuur! Zomaar vertrekken naar Thailand en alle mogelijkheden openlaten. Daar een auto huren en dan kiezen wat we maar willen – zee, platteland, bergen, of een stad. Voelen waar ik op dat moment naartoe wil, samen met mijn lief, is voor mij het ultieme idee van vrijheid. Maar vakantie betekent ook: rust en inkeer. ’s Ochtends vroeg buiten mediteren. Tempels en plaatsen met een mooie energie bezoeken. Voelen dat ik ook aan de andere kant van de wereld verbonden ben met de natuur en alles wat er is. En natuurlijk eindelijk de boeken lezen waar ik thuis niet aan toe kom. Er staan al mooie nieuwe dingen gepland in de studio, voor als ik terug ben. Het logeeradres voor de hond is geregeld. De oppasdagen die ik nu oversla, zijn ingevuld. Voor het huis wordt gezorgd. Niets let me dan nog, om weg te gaan. Of toch wel?
Het vertrouwen is er wel. En als ik eenmaal wegga, kan dat ook wel loslaten. Maar als ik naar binnen kijk, voel ik me eigenlijk vooral een beetje schuldig. Zomaar mijn koffer pakken en de hele boel de boel laten, is behoorlijk zelfzuchtig, zegt een stemmetje. Je weet hoe blij de hond altijd is als je even bent weg geweest en dan weer thuiskomt. Hoe de tuin eruit zag toen je er een weekje tussenuit was en het opeens toch niet had geregend. Dat er nog dingen zijn die je voor de studio zou regelen. Het is waar. Ik heb bepaalde taken op mij genomen. Maar maakt dat mij onmisbaar? Nee, natuurlijk niet.
Het is mijn ego dat een verhaaltje vertelt. De wereld draait heus wel door, zonder dat ik me ermee bemoei. Ik besef dat ik moeite heb met loslaten en misschien juist bang ben dat ik overbodig ben. Dat de hond geen heimwee zal hebben, de tuin (met wat hulp van een lieve vriendin) voor zichzelf zorgt, de studio ook zonder mij die krachtige energie heeft. En het loslaten van de boeddhistische atmosfeer als ik terugkom, hoeft ook helemaal niet. Het enige wat er gebeurd, is dat die integreert in het dagelijks leven. Energie kan niet verloren gaan. Als ik het zo eerlijk beschouw, zie ik hoe ik mij vastgrijp. Hechting, mevrouw! Daar word je niet gelukkig van. Van liefde wel – en die is er volop. Bij het wieden in mijn tuin vind ik een stukje glas in de vorm van een hartje. Van buiten glad, van binnen vol barstjes en geheimzinnige kleurtjes. En ik begrijp de boodschap. Alles is in mij aanwezig, in mijn hart. Ik laat niets achter. Het is er gewoon. Altijd. Namasté!
Annemarie